dinsdag 6 november 2007

De Sacramenten

HOE GOD ZIJN GAVEN DISTRIBUEERD
Jezus beloofde om ons niet verweest achter te laten (Johannes 14:18), maar dat Hij Zijn Heilige Geest zou zenden om ons te leiden en beschermen (Johannes 15:26). Hij gaf de Sacramenten om te helen, voeden, en ons kracht zal geven.

De zeven Sacramenten - de doop- de Eucharistie, de biecht, (wordt genoemd boetedoening of verzoening), het vormsel, de geestelijk staat, de huwelijk, en de ziekenzalving- zijn niet gewoon symbolen. Het zijn tekens dat God in feite Zijn genade en liefde doorgeeft.

In de Oude Testament zijn er dingen die een voorbode zijn van de Sacramenten, ze gaven geen genade door maar waren symbolisch hiervan. Besnijdenis bijvoorbeeld is de voorafschaduwing van het doopsel, en de Paasmaal is een voorafschaduwing van de Eucharistie. Toen Christus kwam, deed Hij die symbolen van Gods genade niet weg. Hij super-naturaliseerde ze, bekrachtigde ze met genade. Hij heeft ze meer dan symbolen gemaakt. God gebruik constant materiel dingen om Zijn liefde en kracht te laten zien. Tenslotte zijn materieele dingen niet zondig.

Toen Hij de fysieke heelal creerde, was alles dat God schiep heel goed. (Genesis 1:31). Hij neemt zulk genot in fysieke dingen dat Hij ze waardig heeft gemaakt door Zijn Vleeswording, (Johannes 1:14)

Gedurende Zijn aardse bediening heeft Jezus mensen genezen, versterkt door nederige elementen zoals modder, water, brood, olie, en wijn. Hij had zijn wonderen gelijk kunnen laten zien, maar Hij gaf de voorkeur om materieele dingen te gebruiken om Zijn genade te geven.

In Zijn eerste publieke wonder, heeft Jezus water in wijn veranderd, op verzoek van Zijn moeder, Maria. (Johannes 2:1-11). Hij genas een blinde man door modder op zijn ogen te smeren. (Johannes 9:1-7)

Hij vermenigvuldigde een paar broden en vis in een maaltijd voor duizenden. (Johannes 6:5-13). Hij veranderde brood en wijn in Zijn eigen lichaam en bloed (Mattheus 26:26-28)
Door de sacramenten gaat Hij door met het genezen, voeden en ons kracht te geven.


Het doopsel (KKK. 1213-1284)

Vanwege de erfzonde, zijn we geboren zonder genade in onze ziel, dus is er geen manier voor ons om gemeenschap te hebben met God. Jezus werd mens om ons in eenheid te brengen met zijn Vader. Hij zij dat niemand in de koninkrijk van God binnen kan gaan zonder dat hij eerst van water en de Geest is geboren. (Johannes 3:5)- dit verwijst naar het doopsel. Door het doopsel worden we opnieuw geboren, maar dit keer op een spirituele niveau in plaats van een fysieke niveau. We worden gewassen in het bad van de wedergeboorte. (Titus 3:5)

We worden gedoopd in de dood van Christus en daarom delen we in Zijn Opstanding (Romeinen 6:3-7). Het Doopsel reinigd ons van zonde en brengt de Heilige Geest en Zijn genade in onze ziel. (Handelingen 2:38, 22:16)

En de apostel Petrus is misschien de meest direkte: Het Doopsel nu redt je. (1 Petrus 3:21). Het Doopsel is het poort om in de Kerk te komen.


Boetedoening (de biecht) (KKK. 1422-1498)

Soms struikelen en vallen we in zonde op onze reis naar de hemelse beloofde land. God staat altijd klaar om ons op te heffen en ons te restaureren naar genadevolle gemeenschap met Hem. Hij doet dit door het Sacrament ven boetedoening (dat ook bekend is als de biecht en verzoening, elke term belicht een element van dit Sacrament ). Jezus gaf Zijn apostels de macht en autoriteit om ons te verzoenen met de Vader. Ze ontvingen Jesus eigen macht om zonden te vergeven toen Hij over hun ademde en zei, Ontvang de Heilige Geest. Wiens zonden je vergeeft zijn hun vergeven, en wiens zonden je vasthoud zal vastgehouden blijven. (Johannes 20:22-23)

Paulus merkt op dat dit alles is van God, die ons naar Zichzelf heeft verzoend door Christus en ons de bediening van verzoening gaf...We zijn ambassadeurs voor Christus, alsof God zich door ons beroept, (2 Korintiers 5:18-20). Door biechten aan een priester, Gods gezant, worden onze zonden vergeven, en we ontvangen genade om toekomstige bekoringen te weerstaan.


De Eucharistie (Katholieke avondmaal) (KKK. 1322-1419)

Zodra we leden worden van de familie van Christus, laat Hij ons niet hongerig worden, maar voed ons met Zijn eigen lichaam en bloed door de Eucharistie.

In het Oude Testament, toen ze voor hun reis in de wildernis aan het voorbereiden waren , gaf God Zijn volk het gebod om een lam te offeren en zijn bloed op hun deurkozijnen te besprengkelen, zodat de Engel des Doods hun huizen voorbij zal gaan. Ze aten het lam om hun verbond met God te bezegelen.

Dit lam is een voorafschaduwing van Jezus. Hij is het echte Lam van God, die de zonden van de wereld wegneemt. (Johannes 1:29). Door Jezus komen we in een Nieuwe Verbond met God. (Lucas 22:20), die ons behoed van het eeuwige dood. Gods volk uit het Oude Testament aten het Paaslam. Nu moeten wij het Lam eten wat de Eucharistie is. "Jezus zei: Tenzij je Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt heb je geen leven in je." (Johannes 6:53)

Tijdens het Laatste Avondmaal nam Hij het brood en wijn en zei, Neemt en eet. Dit is Mijn Lichaam. Dit is Mijn Bloed dat voor jullie is vergoten. (Markus 14:22-24).

Op deze manier heeft Jezus de Sacrament van de Eucharistie ingesteld, het offer maaltijd die Katholieken consumeren tijdens elke Mis. De Katholieke Kerk leert dat het offer van Christus op het Kruis, eens en voor altijd gebeurde. Het kan niet herhaald worden (Hebreen 9:28). Christus sterft niet nogmaals tijdens de Mis, maar hetzelfde offer dat op Golgotta gebeurde word zichbaar op het altaar. Daarom is de Mis niet een andere offer, maar het is een deelneming in dezelfde eens-en-voor-altijd offer van Christus op het Kruis.

Paulus herrinerd ons eraan dat het brood en wijn echt worden, door een wonder van Gods genade, het lichaam en bloed van Christus : Eenieder die eet en drinkt zonder het lichaam en bloed van de Heer te herkennen eet en drinkt hij oordeel over zichzelf.(1 Korintiers 11:27-29)

Na de consecratie van het brood en wijn, blijft er geen brood en wijn achter of het altaar. Alleen Jezus zelf, onder de verschijning van brood en wijn, blijven over op het altaar.


Het Sacrament van De Vormsel (KKK. 1285-1321)

God sterkt onze ziel op een andere manier, door het sacrament van de Vormsel, Hoewel de disipelen van Jezus genade ontvingen voor Zijn Opstanding, op Pinksteren kwam de Heilige Geest om ze met nieuwe genades te sterken voor het moeilijke werk die komen zou. Toen gingen ze naar buiten om het Evangelie krachtig en zonder vrees te prediken. En volbrachten de missie die Christus hen had gegeven. Later legden ze hun handen op anderen om hen ook te sterken. (Handelingen 8:14-17). Door de vormsel word je ook gesterkt om de spirituele uitdagingen in je leven aan te kunnen.


Het Sacrament van Het Huwelijk (KKK. 1601-1666)

De meeste mensen worden tot het huwelijk geroepen dan naar het religieuse leven of tot leven als een vrijgezel. Door het sacrament van huwelijk geeft God speciale genades een getrouwde stellen om hun te helpen met de moeilijkheden van het leven, speciaal om te helpen bij de opvoeding van hun kinderen als liefdevolle volgelingen van Christus. Het huwelijk betrekt altijd drie partijen: de bruid, de bruidegom en God. Wanneer twee Christenen het sacrament van het huwelijk ontvangen, is God altijd met hun, getuigenden en hun huwelijks verbond te zegenen. Voor Katholieken doet God het door een priester of diaken die het huwelijk voorzitten als de getuigen van de Kerk. Een geconsumeerde sacramentele huwelijk is permanent, alleen de dood kan het breken. (Marcus 10:1-12, Romeinen 7:2-3, 1 Korintiers 7:10-11)

Dit heilige verbintenis is een levende symbool van de onbreekbare relatie tussen Christus en Zijn Kerk. (Efeziers 5:21-33)


Het Wijdingssacrament (KKK. 1536-1600)

Anderen worden geroepen om speciaal in de priesterschap van Christus te delen. In het Oude Verbond, ondanks dat Israel een koninkrijk van priesters was (Exodus 19:6), heeft de Heer bepaalde mannen geroepen tot een bediening van een speciale priesterlijke bediening (Exodus 19:22).

In het Nieuwe Verbond, ondanks dat Christenen een koninkrijk is van priesters (1 Petrus 2:9), heeft Jezus bepaalde mannen geroepen tot een specialle bediening van priester (Romeinen 15:15-16). Hierdoor worden priesters ingewijd en zo gemachtigd om de Kerk te dienen (2 Timoteus 1:67), als pastoren, leraren, en spirituele vaders die helen, voeden, en Gods volk sterken-het belangrijkst door het preken en de toediening van de sacramenten.


Ziekenzalving (KKK 1499-1532)

Priesters zorgen voor ons wanneer we fysieke ziek zijn. Ze doen dit via het sacrament bekend als de ziekenzalving. De Bijbel leert ons, Is er iemand onder jullie die lijd? Hij zou de ouderlingen (priesters) van de Kerk moeten roepen, en ze moeten over hem bidden en zalven met olie, in de naam van de Heer, en het gebed van geloof zal de zieke persoon redden. En de Heer zal hem doen opstaan. Als hij een zonde heeft begaan, zal hij vergeven worden. (Jakobus 5:14-15)

Ziekenzalving helpt ons niet alleen om ziektes te verduren, maar het reinigd onze zielen en helpt ons om onszelf voor te bereiden om God te ontmoeten.

woensdag 24 oktober 2007

Christus in de Eucharistie

De aanval van de Katholieke Kerk door Protestanten zijn vaak gericht op de Eucharistie.Dit laat zien dat opponenten van de Kerk – voornamelijk Evangelicalen en Fundamentalistische Protestanten –de kern van de doctrines van Katholisisme herkennen. Wat meer is, de aanvallen laten zien dat Fundamentalisten niet altijd alles letterlijk beschouwen. Dit ziet men in hun interpretatie van fundamentele Bijbelse passages, hoofdstuk zes van de Evangelie volgens Johannes, waarin Christus spreekt over de Sacrament die tijdens de Laatste Avondmaal gegrondvest word. Deze artikel behandeld de laatste helft van Johannes hoofdstuk 6.

Johannes 6:30 begint met een formele conversatie die plaats vond bij de synagoge in Kafarnaüm. De Joden vroegen aan Jezus welke teken Hij kon doen zodat ze in Hem zouden geloven. Als een uitdaging, hebben ze opgemerkt dat “onze voorouders aten manna in de woestijn”. Kon Jezus dat overtreffen? Hij vertelde hun dat het echte brood uit de hemel van Zijn Vader komt. “Geef ons altijd dit brood”, zeiden ze. Jezus antwoordde, “Ik ben het brood dat leven geeft”; Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben” . Op dit punt begrepen de Joden dat Hij figuurlijk sprak.

Keer op Keer

Jezus herhaalde wat Hij zei, daarna een samenvatting: Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dát brood eet, zal men leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, voor het leven van de wereld.’ Toen ontstond er onder de Joden een discussie: ‘Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven? (Johannes 6:51–52).

Zijn toeschouwers waren verstomd omdat zij begrepen dat Jezus letterlijk sprak – en correct. Daarna herhaalde Hij zijn woorden, maar met een grotere nadruk, en introduceerde de argument over het drinken van Zijn bloed: Waarachtig, Ik verzeker u: als u het vlees van de Mensenzoon niet eet, als u zijn bloed niet drinkt, is er geen leven in u. Maar wie mijn vlees en bloed eet en drinkt, die bezit eeuwig leven: op de laatste dag laat Ik hem opstaan, want mijn vlees is echt voedsel, mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft met Mij verbonden en Ik met hem” (Johannes 6:53–56).

Geen Correcties

Merk op dat Jezus geen poging maakte om wat hij zei te verzwakken, geen poging om “misverstanden” te verbeteren, omdat er geen een was. De toeschouwers van onze Heer begrepen Hem precies. Ze dachten niet meer dat Hij in metaforen sprak. Als ze dat hadden gedaan, als ze Hem verkeerd begrepen hadden, waarom geen correcties?

Tijdens andere gebeurtenissen wanneer er een misverstand was, legde Christus uit wat Hij precies bedoelde (Matteüs 16:5-12). Hier, waar er een enkele misverstand fataal zou zijn, was er geen enkele poging door Jezus om het te corrigeren. In plaats daarvan, herhaalde Hij zichzelf voor een grotere nadruk.

In Johannes 6:60 lezen we: “Velen van zijn leerlingen die Hem gehoord hadden, zeiden: ‘Dit zijn harde woorden. Wie kan daar nog naar luisteren?" Dezen waren zijn discipelen, mensen die gewend waren aan Zijn opmerkelijke manieren.

Hij waarschuwde ze om niet vleselijk te denken, maar spiritueel: “Het is de Geest die levend maakt, het vlees helpt niets. De woorden die Ik tot jullie gesproken heb, zijn geest en leven”. (Johannes 6:63; 1 Korintiërs 2:12-14).

Maar Hij wist dat sommigen niet geloofden. (Het is hier, in de verwerping van de Eucharistie, dat Judas afvallig werd; zie Johannes 6:64). “Toen keerden velen van zijn leerlingen Hem de rug toe en trokken niet langer met Hem mee” (Joh. 6:66). Dit is de enige registratie die we hebben van enige volgelingen van Christus die Hem verloochenen voor pure redenen van doctrine.

Als dit allemaal een misverstand was, als ze de fout hadden gemaakt een metafoor letterlijk te nemen, waarom heeft Hij hun niet teruggeroepen om het recht te zetten? Zowel de Joden, die Hem wantrouwden, en Zijn discipelen, die tot nu toe alles hadden geaccepteerd, zouden bij Hem gebleven waren als Hij gezegd had dat Hij alleen symbolisch sprak.

Maar Hij heeft deze protesteerders niet gecorrigeerd. Twaalf keer zei hij dat hij het brood is die van de hemel kwam; vier keer zei hij: Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt.. Johannes 6 was een verlengde belofte voor wat hij zal instellen tijdens het Laatste Avondmaal — en het was een belofte dat niet duidelijker kon zijn. Zo zou het zijn voor een Katholiek. Maar wat zeggen Fundamentalistische Protestanten?

Simpelweg Figuurlijk?

Ze zeggen dat Jezus in Johannes 6 niet over fysieke eten en drank, maar over spirituele eten en drinken. Ze citeren Johannes 6:35: “Jezus antwoordde: ‘Ik ben het brood om van te leven. Wie naar Mij toe komt krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft krijgt nooit meer dorst”. Ook claimen ze dat tot Hem komen brood is, en geloof in Hem hebben drank is. Dus, zijn vlees eten en bloed drinken betekenen gewoon in Christus geloven.

Zoals Pater John A. O’Brien uitlegd, “Wanneer we de zin ‘’vlees eten en bloed drinken’, figuurlijk gebruiken onder de Joden, als ook onder de Arabieren van vandaag, betekend dat om een persoon een erge verwonding te geven, speciaal tijdens laster of bij valse beschuldigingen.

Om die zin figuurlijk te interpreteren dan zou het betekenen dat de belofte die onze Heer maakte voor een eeuwige leven schuldig zou maken om Hem te belasteren en haten,dan zou het die hele passage reduceren tot het uiten van absurditeit” (Pater O’Brien, The Faith of Millions, 215). Voor een voorbeeld van de toepassing hiervan, zie Micha 3:3Zij verslinden het vlees van mijn volk. Zij villen hen, zij breken hun botten, zij snijden hen in stukken, als vlees dat de pot in moet, als lappen voor de braadpan”.

Fundamentalistische schrijvers die Johannes commentariëren beweren ook dat iemand kan laten zien dat Christus alleen maar metaforisch sprak dor verzen met elkaar te vergelijken zoals Johannes 10:9Ik ben de deur” en Johannes 15:1 Ik ben de ware wijnstok”. Het probleem hiermee is dat er geen aansluiting is met Johannes 6:35, “Ik ben het brood des levens”.

Ik ben de deur” en “Ik ben de wijnstok” hebben een logica als metaforen omdat Christus als de deur is —we gaan naar de hemel via Hem—en Hij is ook als een wijnstok—we krijgen onze spirituele sap door Hem. Maar Christus neemt Johannes 6:35 verder voorbij symbolisme door te zeggen, “Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank" (Johannes 6:55).

Hij vervolgd: “Zoals de levende Vader mij gezonden heeft, en ik leef door de Vader; zo zal wie mij eet, leven door mij" (John 6:57). Het Griekse woord die hier gebruikt word voor “eten” (trogon) is heel bot en betekend “kauwen” of “aanvreten”. Dit is niet metaforische taal.

Hun Primaire Argument

Voor Fundamentalistische scrijvers is de Bijbelse argument afgerond wordt door een beroep of Johannes 6:63: “Het is de Geest die levend maakt, het vlees helpt niets. Wat ik gezegd heb is Geest, en leven”. Ze zeggen dat dit betekend dat het eten van echt vlees is een verkwisting is. Maar is dit logisch?

Moeten we begrijpen dat Christus net Zijn discipelen had opgedragen om Zijn vlees te eten, en daarna zei dat het zinloos is om dit te doen? Is dit wat “het vlees helpt niets” betekend? “Eet Mijn vlees, maar je zal er achter komen dat het een tijdsverspilling is” — is dat wat Hij zei? Nauwelijks.

Maar het feit is dat het lichaam van Christus veel baat! Als het niets zou helpen, dan was de Zoon van God voor niets zijn belichaamd, dan stierf Hij voor niets, en stond op uit de dood voor niets. Het vlees van Christus baat ons veel meer dan van iemand anders in de hele wereld.

Als het ons nergens voor baat, zo dat de vleeswording, dood, en opstanding van Christus niet van nut is, dan “is uw geloof waardeloos en bent u nog een gevangene van uw zonde. Dan zijn ook die mensen verloren die in Christus ontslapen zijn.” (1 Korinthiërs 15:17b–18).

In Johannes 6:63 het lichaam dient tot niets” verwijst naar de inclinatie van de mensheid die denkt dat hun natuurlijke redeneringen het hun zou zeggen in plaats van wat God hun zou zeggen. Dus Johannes 8:15-16 verteld Jezus hun tegenstanders: “U oordeelt naar menselijke maatstaven, maar Ik oordeel niet, over niemand. En als Ik toch oordeel, is mijn oordeel waarachtig, want het komt niet van Mij alleen, maar ook van de Vader die Mij gezonden heeft”. Dus natuurlijke menselijke oordeel, zonder hulp van God’s genade, is onbetrouwbaar; maar God’s oordeel is altijd waar.

En moesten de discipelen beprijpen dat de zin “De woorden die Ik besproken hebt aan jullie zijn geest en leven” als niks maar een omhaal van woorden (en een erg onhandige hiervan) voor “symbolisch”? Niemand kan op zo’n interpretatie komen tenzij hij vasthoud aan de Fundamentalistische positie en denkt dat het noodzakelijk is om een rationele, maakt niet uit hoe geforceerd, om de Katholieke interpretatie te ontwijken.

In Johannes 6:63 verwijst “vlees” niet naar het vlees van Christus – de context maakt dit duidelijk – maar aan de inclinatie van de mensheid om op een natuurlijke, menselijke vlak te denken. “De woorden die Ik besproken hebt aan jullie zijn geest en leven” betekend niet “Wat ik net gezegd heb is symbolisch”. Het woord “geest” is in de Bijbel nooit op die manier gebruikt . Die regel betekend dat wat Christus gezegd had zal alleen door geloof worden begrepen; alleen door de kracht van de Heilige Geest en het tot zich nemen van de Vader (Johannes 6:37, 44-45, 65).

Paulus Bevestigd Dit

Paulus schreef aan de Korinthiërs: “Maakt de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet één met het bloed van Christus? Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het lichaam van Christus?” (1 Korinthiërs 10:16). Als wij dus Communie ontvangen, nemen we feitelijk deel als het lichaam en bloed van Christus, niet alleen symbolen daarvan te eten. Paulus zei ook, “Wie dan op onwaardige wijze het brood eet en uit de beker van de Heer drinkt, bezondigt zich aan het lichaam en het bloed van de Heer…. Want wie eet en drinkt maar niet beseft dat het om het lichaam van de Heer gaat, roept zijn veroordeling af over zichzelf" (1 Cor. 11:27, 29).

Om zich te bezondigen aan het lichaam en het bloed” van iemand betekend om schuldig te zijn van een misdaad die net zo ernstig is als moord. Hoe kan het eten van eenvoudig brood en wijn “onwaardig” zo ernstig zijn? De aanmerking van Paulus heeft alleen betekenis als het brood en de wijn de waarlijke lichaam en bloed van Christus werd.

Wat Zeiden de Eerste Christenen?

Anti-Katholieken beweren ook dat de vroege Kerk deze hoofdstuk symolisch nam. Is dit zo? Laten we bekijken wat sommige vroege Christenen dachten, we moeten in gedachten houden hoeveel we over de interpretatie van de Bijbel kunnen leren door de geschriften van de vroege Christenen te bestuderen. Ignatius van Antiochië, die een disciple was van de apostel Johannes en die een brief schreef aan de bewoners van Smyrna rond A.D. 110, zei, verwijzend naar “degenen die ketterse opinies hebben”, dat “ze zich onthouden van de Euchariste en van gebed, omdat ze niet belijden dat de Eucharistie het lichaam van onze Redder Jezus Christus is, lichaam die voor onze zonden heeft geleden en die de Vader, in Zijn goedheid, heeft doen opstaan” (6:2, 7:1).

Veertig jaar later, schreef Justin Martyr, “We onvangen dit niet als simpel brood of simpele drank; maar sinds Jezus Christus onze Redder vlees is geworden door het woord van God en ook het vlees en bloed voor onze redding, zo ook, zoals het ons werd geleerd, het eten van datgene die tot de Eucharistie werd gemaakt door het Eucharistische gebed die door Hem werd gegeven, en door de verandering van wat onze bloed en vlees voed,…is zowel het lichaam en bloed van de vleesgeworden Jezus” (Eerste Apology 66:1-20).

Origen, in een preek die geschreven werd in rond A.D. 244, toonde aan in de Ware Aanwezigheid te geloven. “Ik wens jullie met voorbeelden van jullie religie te vermanen. Jullie zijn het gewend om deel te nemen aan de goddelijke mysteries, dus jullie weten hoe, als jullie het Lichaam van de Heer hebben ontvangen, passen jullie met eerbied elke voorzichtigheid toe zodat niet één enkele deeltje daarvan zou vallen en zodat niks van de geconsacreerde gaven verloren gaat. Jullie verklaren jezelf schuldig, en jullie geloven waarlijk zo, als iets daarvan verloren zou gaan door onoplettendheid” (Kanselreden van Exodus 13:3).

Cyrillus van Jerusalem zei in een cathechetische lezing die gegeven werd in het midden van A.D. 300, “Beschouw het brood en de wijn daarom niet als simpel, van ze zijn, volgens de declaratie van de Meester, het lichaam en bloed van Christus. Zelfs al suggereren de zintuigen dat het anders is, laat geloof je versterken. Oordeel in dit geval door smaakvermogen, maar wees volledig verzekerd door geloof, niet twijfelen dat je waardig bent geacht van het lichaam en bloed van Christus” (Catechese Redevoeringen: Mystagogisch 4:22:9). (Mystagogisch = van of betreffende het interpreteren van mysteries)

In een vijfde-eeuwse preek, leek Theodorus van Mopsuestia te spreken tot Evangelicalen en Fundamentalisten van vandaag: “Toen Christus het brood gaf zei Hij niet, ‘Dit is het symbool van mijn lichaam’, maar, ‘Dit is mijn lichaam.’ Op dezelfde manier, toen Hij de kelk van Zijn bloed gaf zei Hij niet, ‘Dit is het symbool van mijn bloed’, maar‘Dit is Mijn bloed,’want Hij wilde dat we omhoog keken naar de [Eucharistische elementen], na hun ontvangst van genade en de komst van de Heilige Geest, niet volgens hun natuur, maar om ze ontvangen als ze zijn, het Lichaam en Bloed van onze Heer” (Preken van Catechese 5:1).

Een Eenstemmige Getuigenis

Wat dan ook nog gezegd kan worden, de vroege Kerk nam Johannes 6 letterlijk. In feite, er is geen vermelding van de eerste eeuwen dat impliceert dat Christenen twijfelden aan de constante Katholieke interpretatie. Er bestaat geen enkele document waarin de letterlijke interpretatie word verweerd en alleen de metaforische geaccepteerd. Waarom wijzen Fundamentalisten en Evangelicalen de duidelijke, letterlijke interpretatie van Johannes 6 af?

Voor hen, zijn Katholieke sacramenten uit omdat ze een spirituele werkelijkheid impliceren – genade – die aangerijkt word door middel van materie. Voor hen lijkt dit op een vergrijp van de goddelijke plan. Voor vele Protestanten, moet materie niet gebruikt worden, maar moet worden bevangen of vermeden.

Je verdenkt, dat als ze door de Schepper werden gevraagd om hun mening te geven over hoe de redding van de mensheid te bewerkstelligen, zouden Fundamentalisten Hem geadviseerd hebben om een andere aanpak aan te nemen. Hoeveel schoner zouden dingen zijn als de Geest zich nooit vuil zou hebben gemaakt met materie! Maar God keurt materie goed – Hij keurt het goed omdat Hij het heeft gecreërd heeft – en Hij keurt het zoveel goed dat Hij tot ons komt onder de verschijning van brood en wijn net zoals Hij tot ons komt in de fysieke vorm van de Vleesgeworden Christus.