dinsdag 6 november 2007

De Sacramenten

HOE GOD ZIJN GAVEN DISTRIBUEERD
Jezus beloofde om ons niet verweest achter te laten (Johannes 14:18), maar dat Hij Zijn Heilige Geest zou zenden om ons te leiden en beschermen (Johannes 15:26). Hij gaf de Sacramenten om te helen, voeden, en ons kracht zal geven.

De zeven Sacramenten - de doop- de Eucharistie, de biecht, (wordt genoemd boetedoening of verzoening), het vormsel, de geestelijk staat, de huwelijk, en de ziekenzalving- zijn niet gewoon symbolen. Het zijn tekens dat God in feite Zijn genade en liefde doorgeeft.

In de Oude Testament zijn er dingen die een voorbode zijn van de Sacramenten, ze gaven geen genade door maar waren symbolisch hiervan. Besnijdenis bijvoorbeeld is de voorafschaduwing van het doopsel, en de Paasmaal is een voorafschaduwing van de Eucharistie. Toen Christus kwam, deed Hij die symbolen van Gods genade niet weg. Hij super-naturaliseerde ze, bekrachtigde ze met genade. Hij heeft ze meer dan symbolen gemaakt. God gebruik constant materiel dingen om Zijn liefde en kracht te laten zien. Tenslotte zijn materieele dingen niet zondig.

Toen Hij de fysieke heelal creerde, was alles dat God schiep heel goed. (Genesis 1:31). Hij neemt zulk genot in fysieke dingen dat Hij ze waardig heeft gemaakt door Zijn Vleeswording, (Johannes 1:14)

Gedurende Zijn aardse bediening heeft Jezus mensen genezen, versterkt door nederige elementen zoals modder, water, brood, olie, en wijn. Hij had zijn wonderen gelijk kunnen laten zien, maar Hij gaf de voorkeur om materieele dingen te gebruiken om Zijn genade te geven.

In Zijn eerste publieke wonder, heeft Jezus water in wijn veranderd, op verzoek van Zijn moeder, Maria. (Johannes 2:1-11). Hij genas een blinde man door modder op zijn ogen te smeren. (Johannes 9:1-7)

Hij vermenigvuldigde een paar broden en vis in een maaltijd voor duizenden. (Johannes 6:5-13). Hij veranderde brood en wijn in Zijn eigen lichaam en bloed (Mattheus 26:26-28)
Door de sacramenten gaat Hij door met het genezen, voeden en ons kracht te geven.


Het doopsel (KKK. 1213-1284)

Vanwege de erfzonde, zijn we geboren zonder genade in onze ziel, dus is er geen manier voor ons om gemeenschap te hebben met God. Jezus werd mens om ons in eenheid te brengen met zijn Vader. Hij zij dat niemand in de koninkrijk van God binnen kan gaan zonder dat hij eerst van water en de Geest is geboren. (Johannes 3:5)- dit verwijst naar het doopsel. Door het doopsel worden we opnieuw geboren, maar dit keer op een spirituele niveau in plaats van een fysieke niveau. We worden gewassen in het bad van de wedergeboorte. (Titus 3:5)

We worden gedoopd in de dood van Christus en daarom delen we in Zijn Opstanding (Romeinen 6:3-7). Het Doopsel reinigd ons van zonde en brengt de Heilige Geest en Zijn genade in onze ziel. (Handelingen 2:38, 22:16)

En de apostel Petrus is misschien de meest direkte: Het Doopsel nu redt je. (1 Petrus 3:21). Het Doopsel is het poort om in de Kerk te komen.


Boetedoening (de biecht) (KKK. 1422-1498)

Soms struikelen en vallen we in zonde op onze reis naar de hemelse beloofde land. God staat altijd klaar om ons op te heffen en ons te restaureren naar genadevolle gemeenschap met Hem. Hij doet dit door het Sacrament ven boetedoening (dat ook bekend is als de biecht en verzoening, elke term belicht een element van dit Sacrament ). Jezus gaf Zijn apostels de macht en autoriteit om ons te verzoenen met de Vader. Ze ontvingen Jesus eigen macht om zonden te vergeven toen Hij over hun ademde en zei, Ontvang de Heilige Geest. Wiens zonden je vergeeft zijn hun vergeven, en wiens zonden je vasthoud zal vastgehouden blijven. (Johannes 20:22-23)

Paulus merkt op dat dit alles is van God, die ons naar Zichzelf heeft verzoend door Christus en ons de bediening van verzoening gaf...We zijn ambassadeurs voor Christus, alsof God zich door ons beroept, (2 Korintiers 5:18-20). Door biechten aan een priester, Gods gezant, worden onze zonden vergeven, en we ontvangen genade om toekomstige bekoringen te weerstaan.


De Eucharistie (Katholieke avondmaal) (KKK. 1322-1419)

Zodra we leden worden van de familie van Christus, laat Hij ons niet hongerig worden, maar voed ons met Zijn eigen lichaam en bloed door de Eucharistie.

In het Oude Testament, toen ze voor hun reis in de wildernis aan het voorbereiden waren , gaf God Zijn volk het gebod om een lam te offeren en zijn bloed op hun deurkozijnen te besprengkelen, zodat de Engel des Doods hun huizen voorbij zal gaan. Ze aten het lam om hun verbond met God te bezegelen.

Dit lam is een voorafschaduwing van Jezus. Hij is het echte Lam van God, die de zonden van de wereld wegneemt. (Johannes 1:29). Door Jezus komen we in een Nieuwe Verbond met God. (Lucas 22:20), die ons behoed van het eeuwige dood. Gods volk uit het Oude Testament aten het Paaslam. Nu moeten wij het Lam eten wat de Eucharistie is. "Jezus zei: Tenzij je Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt heb je geen leven in je." (Johannes 6:53)

Tijdens het Laatste Avondmaal nam Hij het brood en wijn en zei, Neemt en eet. Dit is Mijn Lichaam. Dit is Mijn Bloed dat voor jullie is vergoten. (Markus 14:22-24).

Op deze manier heeft Jezus de Sacrament van de Eucharistie ingesteld, het offer maaltijd die Katholieken consumeren tijdens elke Mis. De Katholieke Kerk leert dat het offer van Christus op het Kruis, eens en voor altijd gebeurde. Het kan niet herhaald worden (Hebreen 9:28). Christus sterft niet nogmaals tijdens de Mis, maar hetzelfde offer dat op Golgotta gebeurde word zichbaar op het altaar. Daarom is de Mis niet een andere offer, maar het is een deelneming in dezelfde eens-en-voor-altijd offer van Christus op het Kruis.

Paulus herrinerd ons eraan dat het brood en wijn echt worden, door een wonder van Gods genade, het lichaam en bloed van Christus : Eenieder die eet en drinkt zonder het lichaam en bloed van de Heer te herkennen eet en drinkt hij oordeel over zichzelf.(1 Korintiers 11:27-29)

Na de consecratie van het brood en wijn, blijft er geen brood en wijn achter of het altaar. Alleen Jezus zelf, onder de verschijning van brood en wijn, blijven over op het altaar.


Het Sacrament van De Vormsel (KKK. 1285-1321)

God sterkt onze ziel op een andere manier, door het sacrament van de Vormsel, Hoewel de disipelen van Jezus genade ontvingen voor Zijn Opstanding, op Pinksteren kwam de Heilige Geest om ze met nieuwe genades te sterken voor het moeilijke werk die komen zou. Toen gingen ze naar buiten om het Evangelie krachtig en zonder vrees te prediken. En volbrachten de missie die Christus hen had gegeven. Later legden ze hun handen op anderen om hen ook te sterken. (Handelingen 8:14-17). Door de vormsel word je ook gesterkt om de spirituele uitdagingen in je leven aan te kunnen.


Het Sacrament van Het Huwelijk (KKK. 1601-1666)

De meeste mensen worden tot het huwelijk geroepen dan naar het religieuse leven of tot leven als een vrijgezel. Door het sacrament van huwelijk geeft God speciale genades een getrouwde stellen om hun te helpen met de moeilijkheden van het leven, speciaal om te helpen bij de opvoeding van hun kinderen als liefdevolle volgelingen van Christus. Het huwelijk betrekt altijd drie partijen: de bruid, de bruidegom en God. Wanneer twee Christenen het sacrament van het huwelijk ontvangen, is God altijd met hun, getuigenden en hun huwelijks verbond te zegenen. Voor Katholieken doet God het door een priester of diaken die het huwelijk voorzitten als de getuigen van de Kerk. Een geconsumeerde sacramentele huwelijk is permanent, alleen de dood kan het breken. (Marcus 10:1-12, Romeinen 7:2-3, 1 Korintiers 7:10-11)

Dit heilige verbintenis is een levende symbool van de onbreekbare relatie tussen Christus en Zijn Kerk. (Efeziers 5:21-33)


Het Wijdingssacrament (KKK. 1536-1600)

Anderen worden geroepen om speciaal in de priesterschap van Christus te delen. In het Oude Verbond, ondanks dat Israel een koninkrijk van priesters was (Exodus 19:6), heeft de Heer bepaalde mannen geroepen tot een bediening van een speciale priesterlijke bediening (Exodus 19:22).

In het Nieuwe Verbond, ondanks dat Christenen een koninkrijk is van priesters (1 Petrus 2:9), heeft Jezus bepaalde mannen geroepen tot een specialle bediening van priester (Romeinen 15:15-16). Hierdoor worden priesters ingewijd en zo gemachtigd om de Kerk te dienen (2 Timoteus 1:67), als pastoren, leraren, en spirituele vaders die helen, voeden, en Gods volk sterken-het belangrijkst door het preken en de toediening van de sacramenten.


Ziekenzalving (KKK 1499-1532)

Priesters zorgen voor ons wanneer we fysieke ziek zijn. Ze doen dit via het sacrament bekend als de ziekenzalving. De Bijbel leert ons, Is er iemand onder jullie die lijd? Hij zou de ouderlingen (priesters) van de Kerk moeten roepen, en ze moeten over hem bidden en zalven met olie, in de naam van de Heer, en het gebed van geloof zal de zieke persoon redden. En de Heer zal hem doen opstaan. Als hij een zonde heeft begaan, zal hij vergeven worden. (Jakobus 5:14-15)

Ziekenzalving helpt ons niet alleen om ziektes te verduren, maar het reinigd onze zielen en helpt ons om onszelf voor te bereiden om God te ontmoeten.

Geen opmerkingen: